Traditioneel worden fruit- en bessengewassen geplant in de lente voordat de sapstroom begint. Maar het blijkt dat het in het geval van kruisbessen beter is om de traditie te doorbreken en deze in de herfst te planten. Het is veel handiger voor tuinders en bessenstruiken. Het is alleen nodig om erachter te komen wat het verschil is tussen lente- en herfstbeplanting, welk tijdstip hiervoor het gunstigst is, hoe de grond moet worden voorbereid en welke zaailingen u moet kiezen.
Voordeel voor het planten in de herfst
Het voordeel van kruisbessen planten in de herfst is dat de bessen geoogst kunnen worden in het komende zomerseizoen (in tegenstelling tot kruisbessen planten in het voorjaar). De cultuur heeft tenslotte de tijd om ruim voor de lente wortel te schieten en zich op een nieuwe plek aan te passen. Het wortelsysteem is volledig rijp voor ontwikkeling, wat betekent dat bloei en vruchtzetting zullen komen zodra het warm weer is.
De meest gunstige tijd voor het planten in de herfst is de periode van 15 september tot 15 oktober. Fruitheesters hebben ongeveer 2-3 weken nodig om zich aan te passen. Voordat de strenge vorst begint, heeft de kruisbes de tijd om sterker te worden. Later planten wordt niet aanbevolen, omdat de planten in de nieuwe omstandigheden niet genoeg tijd zullen hebben om te herstellen en ze de barre winterse omstandigheden eenvoudigweg niet kunnen overleven.
Hoe kruisbessenzaailingen te kiezen
Jonge boompjes of goed ontwikkelde kruisbessenstekken moeten minstens twee jaar oud zijn. Elke jonge struik moet drie of meer scheuten hebben van minimaal 30 cm lang en ongeveer 20-25 cm wortel.
Wanneer u kruisbessenzaailingen koopt, moet u weten dat ze van drie soorten zijn:
- Zaailingen met een kaal wortelstelsel;
- Jonge boompjes met een aarden kluit op de wortel;
- Zaailingen gekweekt in een speciale container.
Het blote wortelstelsel van een jonge struik heeft een negatief effect op de overlevingskans van de plant, deze periode duurt langer dan normaal. Daarom wordt aanbevolen om dit type zaailingen vroeg te planten - van ongeveer begin september tot half oktober. Het is erg belangrijk dat zaailingen of stekken van dit type struik pas na het einde van het groeiseizoen opnieuw worden geplant. Het einde van de groei en ontwikkeling van planten kan worden bepaald door de houtachtige jonge scheuten van de kruisbessenstruik. Hun bast verandert van groene kleur naar donkerbruin en de bladeren worden hard (je kunt het voelen) en vallen geleidelijk af.
Als de wortels van de verworven zaailing bedekt zijn met een aarden kluit, die zijn vorm en vocht behoudt en niet afbrokkelt tijdens het transport, dan zal dergelijk plantmateriaal perfect wortel schieten op een nieuwe plek en zich snel aanpassen aan nieuwe leefomstandigheden. Dit type zaailingen is niet bang voor weersveranderingen of verschillende klimatologische omstandigheden.
Als de aarden klomp in jute is gewikkeld, moet deze worden verwijderd zodat de integriteit ervan niet wordt geschonden. Als een kunststof of gaas als verpakking heeft gediend, kan de zaailing ermee worden geplant. Dergelijk materiaal zal niet voorkomen dat de plant volledig groeit en zich ontwikkelt.
Tuinders raden aan om geen zaailingen te gebruiken die zijn gekweekt in regio's met een warm klimaat voor het planten in de herfst. Het is voor dergelijke planten erg moeilijk om zich aan te passen aan de nieuwe barre levensomstandigheden. Het planten in de lente zal voor hen betrouwbaarder zijn. Daarom moeten exemplaren die in "warme landen" zijn gekocht en na half oktober worden binnengebracht, vóór het begin van de lente worden ingegraven.
Het derde type zaailingen is geschikt voor zowel lente- als herfstbeplanting. Containerplanten kunnen alleen in een nieuw gebied niet goed wortel schieten vanwege het buigen van hun wortelgedeelte in de kweekbak. De strakke container bevordert de groei van wortels in het aarden coma, wanneer de plant er lang in zit en de wortelprocessen gewoon nergens heen kunnen tijdens het groeien. Bij het planten van een containerzaailing op de site, went het wortelgedeelte heel langzaam aan de nieuwe omstandigheden, ondanks de voedzame grond en het grote teeltoppervlak. Door het "vorige leven" van de jonge kruisbessenstruik ontwikkelen de wortels zich erg langzaam en groeien er geen nieuwe.
Een landingsplaats kiezen
De kwaliteit en kwantiteit van het gewas, evenals de stabiliteit gedurende vele jaren, is afhankelijk van de plaats waar de kruisbes wordt geplant. Voor de volledige ontwikkeling van de bessenstruik moet de plaats goed verlicht zijn, moet het oppervlak vlak en beschermd zijn tegen tocht en moet het grondwater zich op grote diepte bevinden.
Deze lichtminnende fruit- en bessenplant zal nooit een overvloedige en hoogwaardige oogst opleveren, omdat hij in een halfschaduw staat. Een zonnig perceel gelegen op een heuvel en blootgesteld aan sterke windstoten en tocht zal ook geen positief resultaat opleveren. De meest gunstige plaats voor het kweken van kruisbessenstruiken is een plaats in de buurt van een haag, schutting of tussen kleine fruitbomen. Ze zullen dienen als betrouwbare bescherming voor bessengewassen tegen plotselinge windstoten en koude tocht.
Als het landperceel voor het planten van kruisbessen zich in een laagland bevindt, waar het water constant stagneert en de grond drassig wordt, zal het wortelgedeelte van de planten zeer snel beginnen te rotten. Gebrek aan lucht en een teveel aan vocht in de bodem zal leiden tot het ontstaan van een schimmel- of infectieziekte. De nabijheid van grondwater is ook gecontra-indiceerd voor kruisbessenstruiken. Ze moeten op een diepte van minimaal honderd centimeter vanaf het maaiveld passeren.
Bij het planten van kruisbessenzaailingen in de herfst, is het noodzakelijk om rekening te houden met de voorgangers die in de zomer op deze site groeiden. Als dit frambozen- of aalbessenstruiken waren, dan blijft de grond na hen verwoest, zonder de nodige voedingsstoffen en mogelijk met ongedierte dat erin achterblijft. Al deze bessenstruiken lijden aan dezelfde ziekten en plagen.
Bodemvoorbereidingsregels en plantproces
Elke grond, behalve zuur en drassig, is geschikt voor kruisbessen. Het gebied met zware kleigrond zal regelmatig losgemaakt moeten worden en de zandgrond moet jaarlijks met organische mest gevoed worden.
Aan het einde van de zomer moet de gekozen locatie voor aanplant worden vrijgemaakt van onkruid, uitgegraven en geëgaliseerd met een hark. Het plantgat moet iets dieper zijn dan de wortellengte van de zaailing. Ongeveer 2 weken voor het planten moet het plantgat halverwege worden gevuld met een speciaal grondmengsel. De samenstelling: 2 emmers vruchtbare grond, 1 emmer compost, 40 gram kalium en 50 gram dubbel superfosfaat. De aarde uit het gat wordt met een heuvel op het grondmengsel gegoten en tot de dag van planten gelaten voor verzakking en verdichting.
De zaailing wordt gelijkmatig op een aarden heuvel geplaatst, de wortels worden rechtgetrokken en voorzichtig besprenkeld met de resterende aarde uit het plantgat. De wortelkraag moet ongeveer 5 cm onder het grondoppervlak blijven. De resterende lege ruimte in het gat is bedekt met aarde en verdicht.
Direct na het planten wordt overvloedig water gegeven en wordt een mulchlaag bestaande uit humus of los organisch materiaal aangebracht.Mulch zal dienen als voedsel voor de bodem, maar ook als betrouwbare bescherming tegen ongedierte. Het zorgt voor constant vocht en ademend vermogen.
